Weet u wat de chiroptera en de JO15-1 gemeen hebben? Ah, u weet nog niet wat de chiroptera is. De chiroptera is de Latijnse naam voor de vleermuis. U ziet de overeenkomst met onze JO15-1 nog niet? Voordat ons clubbestuur overspoeld wordt met klachten: het heeft niets te maken met de uiterlijke kenmerken van onze spelers. Nee, de vleermuis gaat ’s nachts zijn nest uit om te jagen. En zo voelt het ook op deze zaterdag 30 augustus 2025. In wat het holst van de nacht lijkt, sluipen ook wij ons nest uit om te jagen. Ditmaal heet de prooi RKDEO en is het de volgende stop in een tot nu toe mooie voorbereiding.
Net als in de afgelopen wedstrijd treffen we in RKDEO weer een team uit de Hoofdklasse. Dat is immers het niveau waarop wij weer terug willen keren. Het is dus niet vreemd dat wij ons graag met deze teams willen blijven meten. In weersomstandigheden die beter passen bij oktober dan bij augustus - met zelfs in de verte een klap onweer - beginnen wij aan onze warming up. Gelukkig voor ons klaart het al snel een beetje op en is het tweede deel van onze warming up redelijk droog. In onze warming up laten we de oefenstof van de afgelopen trainingsweek weer even de revue passeren waarna we klaar gaan staan voor de aftrap.
Na die aftrap gaat het eigenlijk best aardig. Direct wordt de bal achter de verdediging van RKDEO gelegd waar Cammyeen goede kans krijgt om de score meteen te openen. Helaas voor haar (en voor ons) vindt ze de keeper op haar weg. Daarna krijgen we toch nog wel wat aardige andere kansen. Zo kan Tygo niet goed afdrukken en kan Ion – die de bal mooi vrij maakt over zijn tegenstander heen – ook de score niet openen. Kortom: we lijken de trekker maar moeilijk over te kunnen halen. In de tussentijd komt RKDEO wel steeds meer in het spel voor en zien we dat onze JO15-1 niet het Semper Altius is dat we dinsdag voorgeschoteld hebben gekregen. Ligt het aan het vroege tijdstip? Aan de frisse lucht die niet fijn voelt als je al nat geregend bent? Of ligt het gewoon aan het feit dat je nu eenmaal niet altijd 6 kunt gooien? We zijn in elk geval wat onrustig in de opbouw. Dat ligt deels aan de tegenstander die hoog druk zet, maar zeker ook aan onszelf. Er is te weinig beweging rondom de bal waardoor de bestemming van die bal niet altijd duidelijk is bij degene die hem in bezit heeft. Dat leidt automatisch tot het hanteren van de lange bal. Op zichzelf is een lange bal zeker geen vies woord, maar zoals we in de voorbereiding uitvoerig hebben besproken zijn er slechts bepaalde situaties waarin we de lange bal spelen. En áls we dan de lange bal hanteren, dan moeten we zorgen dat we ook op de zogeheten ‘tweede bal’ alert zijn. Hiermee bedoelen we het her- of veroveren van de bal als deze na een duel vrij komt. Maar u raadt het misschien al: ook hier zijn we niet alert genoeg op. RKDEO trekt naarmate de eerste helft vordert het initiatief steeds meer naar zich toe. Ook voor RKDEO leidt het overwicht tot enkele kansen. En misschien is dat ook nu nog wel het verschil tussen ons niveau en het niveau waar we naartoe willen, want de trekker overhalen blijkt voor RKDEO niet zo’n heel groot issue. Zo rond de 21eminuut vuren zij op doel. Waar Ruben nog knap redding weet te brengen, moet hij een rebound toestaan (een tweede bal dus). Daar zijn wij niet koelbloedig genoeg in om deze op te ruimen, dus kan hij worden binnengeschoten door een speler van RKDEO die daar wél op reageert: 1-0. Een minuut later is het helaas weer raak. Verdedigend moeten wij bij balverlies zó omschakelen dat er gelijk iemand bij de spits komt te lopen. Zeker een spits van het niveau van RKDEO moet je niet vrij laten staan, maar tóch doen we dat. Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten en dus springt het scorebord enkele seconden na het schot van de spits naar 2-0. Met enig chagrijn zoeken we zo’n kwartier later de kleedkamer op voor de rust.
Wíllen winnen… Het zijn woorden die ik bij de eerste trainingen van vorig jaar – toen ik de groep voor het eerst op het veld trof – al heb benadrukt. Het zijn twee woorden die zowel afzonderlijk van elkaar als in combinatie met elkaar van toepassing moeten zijn op alles wat dit team doet. Of het nou een spelletje voetvolley is op de training, een estafette of een wedstrijd met grote belangen: als je niet wílt winnen, hoef je er eigenlijk ook niet aan te beginnen. Dat is nu net het ingrediënt dat wij vandaag missen. We zien het niet in het afmaken van onze kansen, we zien het niet in de omschakeling van aanval naar verdediging of andersom én we zien het niet in het willen verzinnen voor oplossingen in de opbouw van achteruit. Zonder dat speciale ingrediënt is elk gerecht dat eruit voortkomt smaakloos, dus we zullen dat op enige manier toch toe moeten voegen aan ons spel.
Woorden blijven slechts woorden, totdat je de daad bij het woord gaat voegen. Helaas voor ons doen we dat vandaag eigenlijk gewoon te laat. Want een minuut of 5 na de rust krijgt de spits de bal op zo’n 20 meter van de goal. Hij mag 4(!) man passeren waarna hij met een simpele voetbeweging ook Ruben passeert en de bal bijna plagerig binnen loopt. De score loopt zo best wel op. Ook een vierde tegentreffer blijft ons niet bespaard. Na een fout in de opbouw legt een speler van RKDEO de bal over Ruben heen: 4-0. Er breekt daarna wel een fase aan waarin we iets beter aan de bal worden en ook weer iets vaker op duiken op de helft van RKDEO. Langzaam richten we ons dus weer een beetje op en dat is natuurlijk wel een positief verschijnsel. We hadden namelijk ook het bijltje erbij neer kunnen gooien, maar dat zijn we overduidelijk niet van plan. In de slotminuut is het Bob die de bal op zijn nieuwe positie (centraal in de verdediging) in bezit krijgt. Hij versnelt en schudt daarmee de spits af. RKDEO weet overduidelijk niet hoe ze deze inschuivende en grote verdediger (hoewel vanuit mijn perspectief iedereen groot is) moeten op pakken. Hem wordt dan ook geen strobreed in de weg gelegd als hij opstoomt. Als hij op zo’n 25 meter van de goal is, haalt hij uit en met een fantastische boog daalt de bal precies op tijd om in het doel te ploffen: 4-1 en de eer is gered!
Verliezen van een betere tegenstander vind ik niet erg. Verliezen terwijl we ons niet aan de afspraken houden en elkaar niet optimaal helpen, vind ik wél erg. Maar natuurlijk kunnen we dit ook oplossen met een cliché antwoord: liever nu met drie goals verschil verliezen dan drie keer met één goal verschil. Nou vooruit, ik ga mee met dat cliché. Maar niet voordat ik mijn team mee geef dat er aankomende week huiswerk voor ons ligt. Huiswerk om ervoor te zorgen dat we fouten maken om ervan te leren in plaats van ze te herhalen, huiswerk dat ons leert dat we er nog niet zijn en huiswerk om ervoor te zorgen dat we volgende week helemaal klaar zijn voor de start van de competitie. Want vanaf volgende week zijn er doelen te halen, dromen waar te maken en verlangens te vervullen!
Normaal eindigen we dit verslag op dit punt, met het uitspreken van de wens om u volgende week te zien bij de start van de competitie. Maar de zaterdag was voor onze JO15-1 niet voorbij. Geen zorgen, ik heb ze niet meegenomen voor een straftraining in het Elzenburger Bos. Nee, er is deze voorbereiding echt hard gewerkt door onze toppers. Niet alleen fysiek, maar ook mentaal. Je zult maar opgescheept worden met deze trainer die jou nét na je vakantie het vuur aan de schenen legt in conditietrainingen, die allerlei vragen aan je stelt voor een wedstrijd of training en die in de groepsapp zijn digitale mond nooit eens houdt. Dat vereist een ijzeren discipline. Onder het mom van work hard, play hard was het daarom tijd voor het eerste teamuitje van de JO15-1. Hiervoor vertrokken we naar Zoetermeer, naar GameCity om precies te zijn. Daar namen drie teams het tegen elkaar op in allerlei escape-rooms. Het winnende team krijgt over twee weken de kans om de inhoud van de training te bepalen. Voor die prijs werd hard gestreden. Het team Mindster – bestaande uit Bob, Timo, Ruben, Roan en Ion – trok aan het langste eind. Na deze bloedstollende strijd namen de jongens het in twee teams ook nog eens op in de lasergame-arena. Waar Marwand van tevoren uiterst overtuigd was van zijn kwaliteiten, was het toch écht Mason die zich de beste lasergamer mocht noemen. Ah, u vraagt zich af op welke plaats Marwand eindigde? 10e. Tsja… Hoe verwoord ik de kunsten van onze spelers in de lasergame-arena het meest diplomatiek? Uhm… laten we hopen dat de enige strijd die zij moeten voeren, de strijd tussen de witte kalklijnen is.
Dan spreek ik nú de wens uit om u volgende week te treffen bij de start van onze competitie. Dan sluipt de JO15-1 weer uit het nest om te jagen op promotie. De eerste horde is Den Hoorn. Zien wij u dan?